Wil je meer weten over al die verschillende klanken? De registers op een orgel bepalen hoeveel klanken er kunnen klinken. Een groep orgelpijpen van dezelfde ‘familie’ noemen we een register. De organist kan kiezen welk register hij wil gebruiken bij de muziek. Veel registers lijken op andere instrumenten. Zo kun je een heel orkest nadoen op het orgel.
Op grote orgels zie je heel veel knoppen. Met elke knop kun je een register aan of uitzetten. Dat betekent dat een hele rij pijpen van dezelfde familie wind kan krijgen. Welke pijp uit die familie mag klinken, bepaalt de organist daarna door het indrukken van een toets.
Pijpen van hout en van metaal
De glimmende pijpen die je aan de buitenkant van het orgel ziet zijn van metaal. Deze pijpen noemen we ‘prestanten’. In het Latijn betekent het woord ‘prestare’ vooraan staan. Als je binnen in het orgel kijkt zie je nog veel meer pijpen. Pijpen van hout en van metaal. Houten pijpen hebben een zachtere klank dan metalen pijpen.
Registers proberen
Wil je een paar registers uitproberen? Druk dan op één van deze knoppen. Eén van deze pijpen is van hout. Die klinkt het zachtst. Kun je ook horen welke dat is?
Knoppen of schakelaars
Oude orgels werken helemaal mechanisch. Als je aan de knop trekt brengt de stok iets in beweging binnenin het orgel. Ze hebben vaak van die mooi versierde registerknoppen. Bij nieuwere orgels werkt het met elektriciteit. Dan zie je andere soorten knoppen of schakelaars.
Theaterorgels
Het theaterorgel is bedoeld om muziek te maken, maar ook voor speciale effecten. Zo kun je bij een stomme film (een film zonder geluid) geluid toevoegen. Daarmee hoor je of het spannend is, of juist heel kalm. De organist kan je laten horen dat het feest is, of dat de stormwind waait. Een theaterorgel heeft dus vaak veel registers. Maar niet elk geluid wordt gemaakt met orgelpijpen. Er zit ook een gong, een stoomfluit of een autotoeter in.